Gevaarlijke goederen opslag; van margepakker naar bleeder
5 december 2017
Wat zijn de gevaren van gevaarlijke goederen opslag en hoe ontwijkt u de valkuilen? Hieronder de 5 belangrijkste vragen voor de opslaande partij.
Opslag van verpakte gevaarlijke goederen in de moderne logistieke keten vraagt meer van de organisatie dan sales vaak doorheeft.
Wat bedoel je?
De eerste keer dat je een audit loopt in een gevaarlijke goederenloods van een BRZO (Besluit risico zware ongevallen) bedrijf, begrijp je pas echt waarom veiligheid prioriteit 1 is in dit soort organisaties/inrichtingen.
De eerste keer dat je in een 8000 ton gevaarlijke goederen magazijn loopt, en vragen van de inspectie SZW moet beantwoorden, loopt het koude zweet je tot tegen de stalen neuzen.
Bij veel bedrijven die gevaarlijke goederen vervoeren, worden deze goederen ook tijdelijk, of voor langere duur, opgeslagen als onderdeel van de ‘ontzorgings-strategie’ van het bedrijf. Deze value added activiteiten (value added ten opzichte van het alleen van A naar B vervoeren) zijn op papier vaak de marge makers, waardoor het transport scherper aangeboden kan worden.
Als u echter in de RFQ- en implementatiefase geen rekening houdt met de extra kosten die de handling van gevaarlijke goederen met zich meebrengt, resulteert deze marge pakker binnen de kortste keren in een serieuze bleeder met alle gevolgen van dien.
Waar worstelt de operatie dan zo mee, waar sales misschien geen rekening mee houdt?
Hieronder sommen we 5 vragen op welke sales zou moeten stellen voordat ze ja zeggen tegen een klant. Maar voordat u door scrolt, eerst even een stukje achtergrond.
De opslag van gevaarlijke goederen kan om te beginnen ruwweg verdeeld worden in 2 groepen:
- de tijdelijke opslag van gevaarlijke goederen, voorafgaand of aansluitend op transport (overslag of cross-docking)
- de langdurige opslag van gevaarlijke goederen
Voor beide groepen is wetgeving beschikbaar.
Tijdelijke opslag valt onder hoofdstuk 5 van de nieuwe Nederlandse PGS15 (versie september 2016). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het aanwezig zijn en het niet aanwezig zijn van deskundig personeel.
>>> Voldoe je aan de PGS15 norm? Doe de Quickscan! <<<
Tijdelijke opslag valt ook onder het zogenaamde ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route), de Europese wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.
Langdurige opslag valt (grotendeels) onder hoofdstuk 3 en 4 van de nieuwe PGS15, afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen stoffen per brandcompartiment (tot 10.000 kg of meer dan 10.000 kg). Dit is volledig Nederlands wetgeving.
Dit houdt dus in dat uw loods als opslagvoorziening gezien wordt, zodra de pallets of IBC’s (Intermediate Bulk Containers) de vloer van uw magazijn raken.
Welke kosten brengt dit dan mogelijkerwijs met zich mee en hoe krijg ik deze inzichtelijk?
Hieronder 5 simpele vragen waarmee u een hoop verborgen kosten die betrekking hebben op gevaarlijke goederen kunt vermijden, voordat uw de SLA afsluit:
- ‘Zijn gevaarlijke goederen in scope? Maken gevaarlijke goederen deel uit van uw gamma/SKU list?’ Stel deze vraag standaard aan nieuwe potentiële klanten, zelfs als in de RFQ met geen woord hierover gerept wordt. Zegt de klant ‘nee’, of weet de klant dit niet, vraag even door, of misschien parfum, etherische oliën of bijvoorbeeld spuitbussen in het pakket zitten dat aangeboden wordt?
- ‘Zijn elektrische apparatuur op batterijen of de batterijen hiervan in scope?’ Hier vallen ook telefoons, laptops en powerbanks onder.
Hou rekening met het feit dat in gekoelde transporten vaak temploggers meegestuurd worden, die bijna altijd op lithium batterijen draaien. Deze vraag dient dus ook altijd gesteld te worden! - ‘Zijn de MSDS’en (material safety data sheets) of VIB’s (veiligheidsinformatiebladen) beschikbaar?’ Zonder deze bladen (zelfs als ze niet verplicht zijn zoals voor bij bijvoorbeeld geneesmiddelen) kan nooit een veilige werkomgeving gecreëerd worden. Iedere adviseur zal hier onmiddellijk om vragen. Het is vaak een langdurig getouwtrek om deze uiteindelijk (vaak zelfs na implementatie) boven water te krijgen.
- ‘Hebben jullie de data met betrekking tot gevaarlijke goederen transport en opslag reeds in jullie masterdata staan?’ Vraag in welk format, en of deze informatie gedeeld kan worden.
- ‘Zijn jullie (de klant) de verschepende partij, of gaan wij shippen in jullie naam?’
De letterlijke vraag is: wie zijn naam komt er in vakje 1 van de CMR/shipdec of multi modal form?
Naar aanleiding van deze vragen, en dan vooral de antwoorden, kunnen de follow-up vragen gesteld worden, en kan de aanvraag/tender (in ieder geval op het gebied van gevaarlijke goederen) goed ingeschat worden, wat uiteindelijk zal leiden tot een betere SLA, een lagere onvoorziene implementatie kostenpost, en veel minder irritatie tussen de partners.
Heeft u iets aan deze blog gehad, deel hem dan alstublieft in uw netwerk. Like hem, of deel hem op LinkedIn, door hieronder op het social media icoontje te klikken.